(volgde na, heeft nagevolgd), achter iem. volgen, na hem komen: iem. op den voet navolgen, dadelijk na hem komen;
— vervolgen, nazetten : men heeft den dief lang nagevolgd;
— opvolgen;
— nadoen : iemands voorbeeld navolgen. NAVOLGING, v. (-en), het navolgen; nabootsing; in navolging van, op het voorbeeld van.