bn. van eene natie, tot een volk behoorende, een volk betreffende: de nationale vlag; nationale industrie, volksnijverheid; nationale schuld, staatsschuld; nationale belangen, volksbelangen ; nationale vergadering, vergadering van volksvertegenwoordigers; nationale dracht, volks- of landsklederdracht; nationale muziek, zangen, liederen, danswijzen enz., die het karakter, den aard en smaak van een volk kenschetsen;
— vaderlandschgezind: met nationale gevoelens bezield zijn.