nationaal
nationaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een natie betrekking hebbend Woordherkomst afgeleid van natie met het achtervoegsel -aal Antoniemen internationaal
Nederlandstalige WikiWoordenboek
nationaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een natie betrekking hebbend Woordherkomst afgeleid van natie met het achtervoegsel -aal Antoniemen internationaal
Nederlands woordenboek voor onderwijs
nationaal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: na-ti-o-naal 1. van alle inwoners van een bepaald land ♢ Koninginnedag is een nationale feestdag 1. het nationale inkomen [waarde van de geproduceerde g...
Nu slechts 21,95!
Woordenboek vreemde woorden
[Fr. national] de eigen natie betreffend, eigenlands.
Jan Meulendijks
van het volk; vaderlandsgezind; inheems
Nederlandse encyclopedie
bn. en bw., 1. van een natie als zodanig, daaraan eigen, daarvoor kenmerkend, niet uitheems: de nationale klederdracht; een nationale eigenaardigheid; 2. van, behorend aan of bij een natie als zelfstandige gemeenschap, staats: de nationale vlag; nationale industrie; volksnijverheid; nationale schuld, staatsschuld; nationale belangen, volksbelange...
Vreemde woorden woordenboek
wat de natie betreft, de natie eigen is, van het eigen land, vaderlands.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(<Fr.), bn. bw., 1. van een natie als zodanig, daaraan eigen, daarvoor kenmerkend, niet uitheems: de nationale klederdracht; een nationale eigenaardigheid', nationale muziek, zangen, liederen, danswijzen enz., die het karakter, de aard en smaak van een volk kenschetsen; 2. van, behorend aan of bij een natie als zelfstandige gemeensch...
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
wat een natie eigen is, daartoe behoort, eigenlands, vaderlands, lands-, volks-.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn., bw. (Fr. national: een geheel volk betreffende in tegenstelling a) met provinciaal, b) met uitheems; aan de natie toebehorende; eigenaardig voor een bepaald volk; ook wel: blijk gevende van liefde voor eigen volk; lands . . . . ): de nationale vlag; de nationale industrie; ons nationaal lied, het Volkslied; een nationaal belang; een nationale...
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
Zie ook ➝ Volks-.....
Modern Woordenboek (1930-1961)
(nasio'na:l) bn. en bw. (...naler, -st) 1. van, eigen aan, betreffende een (bepaalde) natie of een (bepaald) volk: de ...nale kleuren; de ...nale vlag op een schip; het feest, lied; de ...nale nijverheid; een ...nale tentoonstelling; de ...nale onafhankelijkheid; een belang; een gedenkteken; de ...nale schuld. 2. eigenaardig voor een bepaalde...
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren (1938).
Dit woord is afgeleid van natie, waarmee bedoeld wordt een gedeelte van de mensheid, dat door geboorte, taal en zeden één geheel uitmaakt. De mensen, die tot één natie behoren, hebben dezelfde nationaliteit. Al de nationale eigenaardigheden, b.v. taal, beschaving, zeden en gewoonten, vormen tezamen het nationale karakter...
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
Datgene, wat behoort tot het leven eener natie, haar eigen bestaan en cultuur.
De vreemde woorden, verklarend woordenboek door Fokko Bos.
nationaal - wat het volk betreft, wat aan het volk of ook aan het rijk behoort; „nationale militie”: dat gedeelte van ’t leger, dat door loting is aangewezen; „nationale schuld”: schuld ten laste van het Nederlandsche volk, welke op het grootboek is ingeschreven; „nationale vergadering”; bijzondere volksver...
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Nationaal - wat de geheele bevolking van een land betreft, de geheele natie; waaraan allen deelnemen.
Schrijver op Ensie
behoorende tot of betrekking hebbende op een natie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.