nationaal
nationaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een natie betrekking hebbend Woordherkomst afgeleid van natie met het achtervoegsel -aal Antoniemen internationaal
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
nationaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een natie betrekking hebbend Woordherkomst afgeleid van natie met het achtervoegsel -aal Antoniemen internationaal
Nederlands woordenboek voor onderwijs
nationaal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: na-ti-o-naal 1. van alle inwoners van een bepaald land ♢ Koninginnedag is een nationale feestdag 1. het nationale inkomen [waarde van de geproduceerde g...
Woordenboek vreemde woorden
[Fr. national] de eigen natie betreffend, eigenlands.
Jan Meulendijks
van het volk; vaderlandsgezind; inheems
Nederlandse encyclopedie
bn. en bw., 1. van een natie als zodanig, daaraan eigen, daarvoor kenmerkend, niet uitheems: de nationale klederdracht; een nationale eigenaardigheid; 2. van, behorend aan of bij een natie als zelfstandige gemeenschap, staats: de nationale vlag; nationale industrie; volksnijverheid; nationale schuld, staatsschuld; nationale belangen, volksbelange...
Vreemde woorden woordenboek
wat de natie betreft, de natie eigen is, van het eigen land, vaderlands.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(<Fr.), bn. bw., 1. van een natie als zodanig, daaraan eigen, daarvoor kenmerkend, niet uitheems: de nationale klederdracht; een nationale eigenaardigheid', nationale muziek, zangen, liederen, danswijzen enz., die het karakter, de aard en smaak van een volk kenschetsen; 2. van, behorend aan of bij een natie als zelfstandige gemeensch...
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
wat een natie eigen is, daartoe behoort, eigenlands, vaderlands, lands-, volks-.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn., bw. (Fr. national: een geheel volk betreffende in tegenstelling a) met provinciaal, b) met uitheems; aan de natie toebehorende; eigenaardig voor een bepaald volk; ook wel: blijk gevende van liefde voor eigen volk; lands . . . . ): de nationale vlag; de nationale industrie; ons nationaal lied, het Volkslied; een nationaal belang; een nationale...
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
Zie ook ➝ Volks-.....
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren (1938).
Dit woord is afgeleid van natie, waarmee bedoeld wordt een gedeelte van de mensheid, dat door geboorte, taal en zeden één geheel uitmaakt. De mensen, die tot één natie behoren, hebben dezelfde nationaliteit. Al de nationale eigenaardigheden, b.v. taal, beschaving, zeden en gewoonten, vormen tezamen het nationale karakter...
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
Datgene, wat behoort tot het leven eener natie, haar eigen bestaan en cultuur.
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Nationaal - wat de geheele bevolking van een land betreft, de geheele natie; waaraan allen deelnemen.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
bn. van eene natie, tot een volk behoorende, een volk betreffende: de nationale vlag; nationale industrie, volksnijverheid; nationale schuld, staatsschuld; nationale belangen, volksbelangen ; nationale vergadering, vergadering van volksvertegenwoordigers; nationale dracht, volks- of landsklederdracht; nationale muziek, zangen, liederen, danswijzen...
Beknopt kunstwoordenboek, I.M. Calisch (1864)
nationaal - bn. (nationaler, nationaalst), van □, tot eene natie; (ook) vaderlandsch, vaderlandschgezind; nationale industrie, volksnijverheid; nationale belangen, volksbelangen; nationale vergadering, vergadering van volksvertegenwoordigers
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.