Najaarsblad o. (-en, -eren), blad eener plant in het najaar, gelend, verdorrend blad;
...BLOEM, v. (-en), bloem die in het najaar bloeit;
...BUI, v. (-en), de gure najaarsbuien kwamen dit jaar vroeg;
...DAG, m. (-en);
...DRADEN, m. mv. herfstdraden;
...KLEURING, v. verandering van de kleur der bladeren (van groen in geel of roodachtig);
...KOORTS, v. (-en), koorts die in het najaar komt;
...LOOVER, o. najaarsbladeren;
...MIS, v. (-sen), jaarmarkt die in den herfst wordt gehouden;
...OPRUIMING, v. (-en), in een winkel, opruiming van goederen in het najaar;
...REGEN, m. (-s), regen die in het najaar valt;
...SCHOONMAAK, v. kleine schoonmaak in het najaar;
...STORM, m. (-en), zooals die in het najaar kunnen woeden;
...TINT, v. (-en), najaarskleuren;
...VEILING, v. (-en), openbare verkooping, die in het najaar gehouden wordt (inz. bij de Nederl. Handelmaatschappij);
...VERGADERING, v. (-en), vergadering, die in het najaar gehouden wordt (inz. der Provinciale Staten);
...WEDER,
...WEER, o. herfstweer, inz. ruw, nat weder: ‘t is nu echt najaarsweer;
...ZIEKTE, v. (-n), ziekte die zich in den herfst vertoont;
...ZON, v. herfstzon. .