Gepubliceerd op 27-09-2018

Nachtegaal

betekenis & definitie

Nachtegaal m. (-s, ...galen), zekere zangvogel die West-, Midden- en Zuid-Europa bewoont en in Noord-Afrika overwintert en wiens zang dien van alle inheemsche vogels overtreft (erithacus luscinia): de nachtegaal zingt, slaat; van half April tot in September houdt de nachtegaal zich in ons land op;

— de Poolsche nachtegaal (erithacus philomela) is iets grooter en donkerder, komt in Oost-Europa voor;
— zij zingt als een nachtegaal, zingt bijzonder goed; (fig.) een uitstekend, beroemd zangeres: de Zweedsche nachtegaal, indertijd de zangeres Jenny Lind; (scherts.) Hollandsche nachtegaal, kikvorsch; een nachtegaal in de wieg, een schreiend kind; een nachtegaal op de peluw, vrouw die in bed knort.
NACHTEGAALTJE, o. ( s).