Gepubliceerd op 27-09-2018

Morgentijd

betekenis & definitie

Morgentijd -m. de tijd van den morgen;

...TOILET, o. (-ten), morgengewaad;
...TREIN, m. (-en), trein die ’s morgens aankomt of vertrekt;
...UUR, o. (...uren), uur van den morgen, morgentijd;
...WAAK, v. (mil.) wektrommel; de morgenwaak slaan, de reveille slaan;
...WACHT, v. (zeew.) dagwacht, van 4 tot 8 uur ’s morgens;
...WAKE, v. (-n), (bijb.) laatste der drie waken waarin de Israëlieten den nacht verdeelden;
...WANDELING, v. (-en), wandeling in den morgenstond;
...WEKKER, m. (-s), wekker in eene klok; porder; (fig.) haan;
...WENSCH, m. (-en), morgengroet;
...WERK, o. werk dat men des morgens verricht;
...WIJDTE, v. morgenafstand;
...WIJN, m. wijn dien men des morgens drinkt;
...WIND, m. wind die in den morgen waait;
...ZANG, m. (-en), morgenlied;
...ZEGEN, m. zegen die bij het begin van den dag wordt uitgesproken;
...ZITTING, v. (-en), zitting eener vergadering die ’s morgens wordt gehouden;
...ZON, v. de zon zooals zij zich in den morgen, na haar opkomst vertoont.

< >