Gepubliceerd op 27-09-2018

Mol (2)

betekenis & definitie

Mol m. (-len), in den grond levend zoogdier, tot de orde der insecteneters behoorende, dat zich voornamelijk met larven voedt (talpa europaea); (fig.) zoo blind als een mol, niets kunnende zien, (ook) ten eenenmale onbekend (met iets): zoo vet, zoo dik als een mol, zeer vet, zeer dik; (fig.) als een mol in de aarde wroeten, zich aan het aardsche te veel verslaven. MOLLETJE, o. (-s), kleine mol; iem. die mollig is, inz. een mollig kind.