Misdeelen (misdeelde, heeft misdeeld), niet wel deelen; onterven; misdeeld, slecht bedeeld of begiftigd; slecht voorzien (van...): hij is niet misdeeld, (van kennis, van verstand), hij is verstandig, bij de hand enz.;
— onterfd ; de misdeelden, die door de natuur of de fortuin niet begunstigd zijn.