Ministerie o. (-s, ...riën), dienst, staatsbeheer;
— ambt van minister: hem werd het ministerie van marine aangeboden; ambtsvervulling van iem. als minister; departement van algemeen bestuur : ministerie van financiën;
— gebouw waar zich de bureaux van een minister bevinden: hij kwam juist van het ministerie van buitenlandsche zaken;
— de gezamenlijke ministers: het ministerie heeft den koning zijn ontslag aangeboden; het eerste ministerie Thorbecke;
— al de Protestantsche leeraren van ééne plaats: het ministerie van predikanten te Amsterdam;
— ambtsverrichting van een notaris;
— (recht.) openbaar ministerie, ambtenaren die een gepleegd misdrijf opsporen en aan de uitspraak der rechterlijke macht onderwerpen, openbare aanklager of eischer.
