Middelbaar bn. bw. het midden houdende tusschen twee dingen, gemiddeld, middelmatig: een man van middelbaren leeftijd, van middelbare grootte;
— middelbaar onderwijs, dat tusschen lager en hooger onderwijs in staat; middelbare scholen, waar middelbaar onderwijs wordt gegeven; middelbare akte, akte tot het geven van middelbaar onderwijs;
— middelbare tijd, tijd geregeld naar den gemiddelden duur der zonnedagen;
— (sterr.) eene middelbare beweging, eene cirkelvormige beweging, waarin in gelijke tijden steeds gelijke bogen worden doorloopen;
— (hist.) middelbare vorsten, vorsten wier leenen niet onmiddellijk door het Duitsche rijk werden begeven.