Gepubliceerd op 27-09-2018

Messing (2)

betekenis & definitie

Messing v. (-en), (timm.) lijstvormige voorsprong op den kant eener plank, die juist sluit in de groef eener andere plank, ook veer en mes geheeten: houtverbinding met messing en groef; (scheepsb.) de schuin behakte voorkant van het roer.

< >