Medekrijgen (kreeg mede, heeft medegekregen), [ook MEEKRIJGEN], ontvangen om mede te nemen hij kreeg vijf man mede (om zeker werk te verrichten);
— ten huwelijk krijgen-: zij krijgt tien duizend gulden mee; ik heb hem meegekregen, ik heb hem overgehaald mede te komen;
— in zijn voordeel krijgen: wij kregen den wind mee;
— (Zuidn.) bestraft worden: als hij thuis komt, zal hij medekrijgen.