Medebewoner m. (-s), die met anderen hetzelfde huis, land enz. bewoont;
...BEZITTER, m. (-s), die iets met anderen bezit;
...BISSCHOP, m. (-pen);
...BOELHOUDER, m. (-s), medebezitter van een erfgoed;
...BORG, m. (-en), die met anderen borg is.