Gepubliceerd op 19-09-2018

Majesteit

betekenis & definitie

Majesteit v. (-en), hoogste macht en waardigheid, die aan geene andere onderworpen is; titel van koningen en keizers; Zijne Majesteit, de koning of keizer; Hare Majesteit, de keizerin of koningin; Hunne Majesteiten, keizer en keizerin, koning en koningin; Hare Britsche Majesteit, de koningin van Groot-Brittannië;

— waardigheid: de praal verhoogt de majesteit van den troon niet; met majesteit optreden;
— pracht, luister: de zon ging in al haar majesteit op.