Gepubliceerd op 19-09-2018

Linkeroever

betekenis & definitie

Linkeroever m. (-s), de oever, die zich aan de linkerhand bevindt, waanneer men stroomafwaarts ziet;

...OKSEL, m. (-s);
...OOG, o. (-en);
...OOGAPPEL, m. (-s);
...OOGLID, o. (...leden);
...OOR, o. (-en);
...PINK, m. (-en);
...POLS, m. (-en);
...POOT, m. (-en);
...SCHEEN, v. (...schenen);
...SCHOEN, m. (-en);
...SCHOUDER, m. (-s): (fig.) iem. over den linkerschouder (met minachting) aanzien;
...SLAAP, m. (...slapen);
...TEPEL, m. (-s);
...VLEUGEL, m. (-s), vleugel aan de linkerzijde eens vogels; de linksche vleugel van een leger, een gebouw enz.;
...VOET, m. (-en);
...VOORBEEN, o. (-en),
...VOORPOOT, m. (-en);
...WANG, v. (-en);
...WENKBRAUW, v. (-en);
...WREEF, v. (...wreven);
...ZAK, m. (-ken);
...ZIJDE, v. de linkerzijde van een schip, het bakboord; de linkerzijde in eene wetgevende vergadering, de oppositie, de vooruitstrevende partijen.

< >