Gepubliceerd op 01-11-2018

Oogappel

betekenis & definitie

m. (-s), het cirkelvormig gedeelte van het regenboogvlies, zichtbaar door het hoornvlies, dat doorschijnend is; (Zuidn.) pupil;

— (fig.) het dierbaarste dat men bezit: iem. bewaken, bewaren als zijn oogappel; iem. beminnen als zijn oogappel;
— de door iem. geliefde persoon ; „hij was mijn oogappel,’ barstte zij uit, „mijn lieveling.”