Gepubliceerd op 19-09-2018

Lijmen

betekenis & definitie

Lijmen (lijmde, heeft gelijmd), door lijmwater alen, met lijmwater doortrekken papier lijmen;

— met lijm bestrijken (de deelen van het een of ander voorwerp, dat gebroken is, met het doel om die aan het gebroken voorwerp te hechten);
— een gebroken voorwerp door lijmen herstellen; is mijn melkkannetje al gelijmd (is b. v. het oortje er al aan gelijmd) ?;
— (fig.) verzen lijmen, ze slecht of gebrekkig maken;
— (fig.) iem. lijmen, overhalen het een of ander te doen; ik zal zien, of ik er iem. voor lijmen kan; zich niet laten lijmen, zich niet laten bepraten;
— houtwerk witten met lijmverf;
— lijmig worden;
— (fig.) lijmig spreken (met eene slepende stem). LIJMING v. (-en), het lijmen.