LEEUWENKLAUW, m. (-en), klauw van een leeuw;
— (plantk.) een plantengeslacht, tot de familie der rosaceeën behoorende (alchemilla), waarvan twee soorten in Nederland in ’t wild worden aangetroffen: de gemeene leeuwenklauw (alchemilla vulgaris), ook Onze-Vrouwenmantel geheeten en de akkerleeuwenklauw (a. arvensis).