Gepubliceerd op 19-09-2018

Langgras

betekenis & definitie

Langgras o. (plantk.) zekere glassoort (avena elatior);

...HAAR, o. geelhaar, pezen in het vleesch;
...HALS, m. en v. (...halzen), iem. die een langen hals heeft;
— v. (...halzen), flesch met een langen hals: geef ons eene langhals, flesch van den besten wijn;
— (gew.) pijlstaart (zekere zwemeend); (gew.) zekere vroege peer;
...HALZIG, bn. (-er, -st), met langen hals;
...HAND, m. en v. (-en), iem. die lange handen heeft;
...HANDIG, bn. (-er, -st), lange handen hebbende;
...HANDIGHEID, v.;
...HARIG, bn. (-er, -st), met lange haren; (verv.) langharige kwast.

< >