Gepubliceerd op 13-09-2018

Krip (1)

betekenis & definitie

Krip o. floers, eene uit ruwe (ongekookte) zijde vervaardigde stof voor dameskleederen, rouwkapers, lamfers enz. Het is een fijn, effen en ijl weefsel, dat zijne kroesheid verkrijgt door eene eigenaardige bewerking, namelijk door het, met warm water bevochtigd, op eene schuinsche plank, met de haarzijde van een stuk kalfs- of zeehondevel, tegen den loop van het haar in, te wrijven, welke handelwijze men krippen noemt.

< >