Het begrip kol heeft 6 verschillende betekenissen:
1. kol - KOL, v. (-len), ronde, witte plek op het voorhoofd van een paard of eene koe, even boven de oogen.
2. kol - KOL, m. (-len), hamerslag tegen het hoofd van een rund om het te dooden.
3. kol - KOL, v. (-len), tooverkol, tooverheks; kol rijden, op een bezemstok den schoorsteen uit door de lucht naar den Bloksberg of de vergadering der heksen rijden, (fig.) tooverijen plegen, de heks spelen.
4. kol - KOL, v. beste hennep.
5. kol - KOL, v. (-len), een groot sleepnet, bij de Nederlandsche kabeljauwvangst in gebruik.
6. kol - KOL, v. (-len), bot die aan beide zijden donker van kleur is.