(knuppelde, heeft geknuppeld), afranselen, doodslaan met een stok of knuppel; de kat knuppelen, zeker meer en meer verouderend spel, waarbij met knuppels zoo lang naar eene opgehangen ton wordt geworpen, waarin eene kat is gesloten, tot een der bodems verbrijzeld is en het van angst half doode en razende dier zich alsdan in allerijl wegpakt;
— koek knuppelen, een koek met een knuppel trachten door te slaan (zeker kermisvermaak).