KLUISTEREN, (kluisterde, heeft gekluisterd), boeien, in kluisters slaan; (ook fig.) hare bekoorlijkheden kluisterden hem; het hart van iem. kluisteren; men bleef als aan zijn mond gekluisterd, van een welsprekend redenaar. KLUISTERING, v. het kluisteren; het aanleggen der boeien.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk