KLOOSTERMAAGD, v. (-en), non;
...MAAL, o. (...malen), eten, maal der kloosterlingen;
...MIS, v. (-sen), (w. g.) die in een kloosterkerk wordt gehouden;
...MOEDER, v. (-s), (w. g.) abdis, priores, voogdes in een klooster;
...MONNIK, m. (-en);
...MUUR, m. (...muren), muur van een kloostergebouw; hooge ringmuur om een klooster en de daartoe behoorende gebouwen;
...NON, v. (-nen).