Het begrip klauwier heeft 4 verschillende betekenissen:
1. klauwier - KLAUWIER, m. (-en), haakspijker;
— deel van een orgel;
— spoel van een linnenwiel.
2. klauwier - KLAUWIER, o. (-en), klavier, klavecimbaal.
3. klauwier - KLAUWIER, m. (-en), (nat. hist.) eene vogelfamilie die tot de orde der muschachtigen behoort en die men beschouwen kan als de roofvogels onder de kleine vogels (lanius). In Nederland komen drie soorten van klauwieren voor: de klapekster {lanius excubitor), ook blauwe klauwier, wachter, negendooder, waldheer, tuinekster, vinkenbijter, grauwe doorndraaier, blauwe tuinvalk, kleine valk geheeten; de roodkoppige klauwier (lanius senator), ook roodkop en roode haagekster geheeten; de grauwe klauwier, (lanius collurio) ook schatekster, negendooder, bruine doomdraaier, kleine valk, roode tuinvalk en vinkenbijter geheeten.
4. klauwier - KLAUWIER, m. (-en), (plantk.) draadvormige, enkelvoudige of vertakte, zich schroefvormig omkronkelende deelen, die vooral bij planten met zwakkestengels voorkomen, en haar, door zich aan nabijgelegen voorwerpen vast te hechten, den noodigen steun verschaffen de wingerd en de erwt heeft klauwieren.