Gepubliceerd op 13-09-2018

Kapstok

betekenis & definitie

m. (-ken), lat, plank met knoppen, om er kleedingstukken aan op te hangen; (fig.) een neus gelijk een kapstok, lange neus; den schoolmeestersrok aan den kapstok hangen, het onderwijzersvak vaarwelzeggen; eene staatscommissie is vaak een kapstok om daaraan lastige plannen op te hangen, van de baan te schuiven.

< >