Gepubliceerd op 19-09-2018

Lat

betekenis & definitie

Lat v. (-ten), lang, dun en smal stuk hout, van 5 tot 7 el lang; inz. panlatten, die op de ribben van een dak worden gespijkerd;

— (fig.) van de lat krijgen, er van langs krijgen;
— hij hangt aan de latten, hij is op het punt van bankroet te gaan;
— (Zuidn.) er zijn latten aan het huis, er zijn hier menschen, die het niet mogen hooren; (scheepsb.) lang-, dun en smal stuk hout of ijzer: ijzeren latten tusschen de bramzalings,
— eene lange lat, sabel;
— scherts, voor een lang dun mensch;
— Deventer latten, lange smalle en dunne Deventer koek;
— uitgezochte dunne taaie twijgen van wilgen, populieren, elzen enz., in gebruik bij rijswerken