KAASKAMER, v. (-s);
...KELDER, m. (-s), waar de kaas bewaard wordt (op boerderijen);
...KETEL, m. (-s), ketel waarin de melk, gedurende de werking van het stremsel, op de noodige warmte wordt gehouden;
...KLEURSEL, o. (-s), om de kaas te kleuren, inz. hooikaas;
...KOEK, m. (-en), een koek, waarin versche kaas wordt gebakken;
...KOOPER, m. (-s),
...KOOPSTER, v. (-s), handelaar, handelaarster in kaas; (fig.) iem. die er warm in zit, over veel geld kan beschikken.