JAGERSHOED, m. (-en);
...HOND, m. (-en);
...HUIS, o. (...huizen);
...KLEED, o. (-eren);
...KLEEDING, v.;
...KNAAP, m. (...knapen);
...KOST, m.;
...LATIJN, o. grootspraak van jagers, ongelooflijke verhalen van jachtavonturen, doorspekt met jagerstermen;
...LEVEN, o.;
...MAAL, o. (...malen), maaltijd na terugkomst van de jacht;
...MUTS, v. (-en);
...PAARD, o. (-en);
...PET, v. (-ten);
...ROK, m. (-ken);
...STUK, o. (-ken), stuk van eenig wild (t . w. van een haas, een konijn) bezijden den staart;
...STUKJE, o. (-s), muziekstukje dat de jagers blazen;
...TASCH, v. (...tasschen), weitasch;
...TERM, m. (-en), eigenaardige woorden en zegswijzen, bij jagers in gebruik;
...VROUW, v. (-en);
...WOORD, o. (-en).