Gepubliceerd op 24-02-2020

Jacht

betekenis & definitie

Het begrip jacht heeft 2 verschillende betekenissen:

1. jacht - JACHT, v. (-en), het jagen, vervolging; jacht maken op, vervolgen, nazetten : men maakte jacht op een koopvaardijschip;
— (fig.) bejagen, haken, dingen naar iets: de redenaar maakte nogal jacht op effect;
— (inz.) het vervolgen van dieren om die te vangen en te dooden, jachtbedrijf: de jacht op de wilde dieren is vaak gevaarlijk;
— op (de) jacht gaan, gaan jagen;
— lange jacht, het jagen met windhonden;
— jachttijd: de jacht is nog niet open; besloten, verboden jacht;
— jachtrecht;
— jachtgebied: de jacht verpachten; de jacht is hier vrij; eene wildrijke jacht te koop;
— schilderstuk, dat eene jachtpartij voorstelt;
— het verkregen wild;
— haast, drift, overijling: daar is jacht bij het werk; jacht maken, zeer veel haast maken;
— jacht hebben, haast hebben, door haast gedreven worden;
— (Zuidn.) aanjager, losse dichte deur van eene open haard.

2. jacht - JACHT, o. (-en), snelzeilend vaartuig met een dek; inz. sportboot met één mast en veel zeil bij zeilwedstrijden;
— pleiziervaartuig, sierlijk en vaak weelderig ingericht.