Wat is de betekenis van aanjager?

aanjager - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) een pomp van een brandspuit 2. (techniek) een werktuig dat gasmengsel onder druk naar de motor voert 3. (persoon) iemand die veranderingen voorbereidt Woordherkomst afgeleid van aanjagen met het achtervoegsel -er

aanjager: renner die het strakke tempo van de groep bepaalt, die zijn ploeggenoten opjut.

Ventilator, die voor de asdeur van een verwarmingsketel geplaatst is en lucht onder het rooster blaast. De ventilator wordt meestal automatisch ingeschakeld door een regelaar, die reageert op de temp. van het uitgaande water, ofwel van de kas (z. Temperatuurregeling).

m (-s), hij die of toestel dat aanjaagt, Inz. : 1. zuigperspomp, bestemd om het water op te halen «en naar de eigenlijke brandspuit te drijven; 2. klep van een open haard.

Hulpwerktuig waarmee machine wordt aangezet of actie versneld; bv. zuig- of perspomp bij brandspuit. Ook: toestel waarmee trek in schoorsteen wordt bevorderd.

hulpwerktuig, waarmede een machine in werking wordt gebracht of een proces wordt versneld; bijv. een pomp, die het water aanvoert om een perspomp (brandspuit) op gang te brengen; resp. een blaaspijp voor verhoging van de schoorsteentrek bij stoomketels en locomotieven.

m. -s (werkt, zuig- of perspomp ener brandspuit).

pomp van een brandspuit; kachelklep, die den trek bevordert; afvoerpijp voor de heete gassen in de schoorsteenen van stoomschepen.

('a:n) m. (-s) 1. Eig. persoon die aanjaagt. 2. Metn. Werkt, toestel om aan te jagen nl. a. zuigpomp van een brandspuit die het water ophaalt en naar de eigenlijke spuit aanjaagt (I 1), drijft, b. buis in de schoorsteen van een lokomotief, die de hete gassen uitdrijft en daardoor het vuur aanjaagt (I 4).