INVULLEN, (vulde in, heeft ingevuld), eene ledige ruimte vullen;
— schrijven op eene in een geschrift opengelaten plaats, de open plaatsen met het ontbrekende vullen: de antwoorden, de weggelaten woorden invullen; lijsten, staten, belastingbiljetten invullen; nog 25 belastingbiljetten invullen;
— (mets.) vullen, instrijken : de voegen met kalk invullen. INVULLING, v.