Het begrip ijzig heeft 2 verschillende betekenissen:
1. ijzig - IJZIG, bn. bw. (-er, -st), met ijs bedekt: hij wil door ’t ijzig noord, naar ’t zengend oosten heen;
— scherp koud : een ijzige noordenwind; 't is ijzig koud;
— (fig., van aardappels) glazig.
2. ijzig - IJZIG, bn. bw. (-er, -st), doende ijzen, ijselijk, ijzingwekkend : hè, hoe ijzig; (gew.) 't is ijzig gevaarlijk, om van te ijzen; (gew.) ijzig mooi, zeer mooi. IJZIGHEID, v.