Oosten o. de kompas- of windstreek, welke 90° rechts van het noorden verwijderd is: de wind trok naar het oosten; noord, zuid ten oosten, de kompasstreek die 11 ¼ graad van het noorden of zuiden naar het oosten ligt;
— het gedeelte van den gezichteinder of van het uitspansel naar den kant waar de zon opkomt: in het oosten begon het een beetje licht te worden; het of een gedeelte der wereld dat ten opzichte van eene bepaalde streek in het oosten ligt: de waren van het oosten voerden de Hollandsche schepen naar het westen; inz. ten opzichte van Europa: Azië, vaak bepaaldelijk Klein-Azië, de Levant: de Chineezen zijn de grootste leugenaars van het Oosten;
— de koningin van het Oosten, Batavia.
