HUREN, (huurde, heeft gehuurd), in dienst nemen tegen geldelijke vergoeding : eene meid huren; gehuurde arbeiders; daar ben ik niet op gehuurd, daartoe ben ik niet verplicht, ik bedank er voor, heb er geen zin in;
— iets tegen betaling eener bepaalde som tijdelijk in gebruik nemen : een huis, een rijtuig, eene piano, een rok huren.