Gepubliceerd op 13-09-2018

Hulp

betekenis & definitie

HULP, v. bijstand, ondersteuning : hulp verleenen; hulp zoeken, vragen enz.; om hulp roepen; iemand te hulp komen, hem helpen: zijne hulp aanbieden; met Gods hulp, indien God helpt;


—, m. en v. helper, helpster : zij is mijne trouwe hulp;

—, v. (-en), (rijsch.) de bewegingen, waardoor de ruiter zijn wil aan het paard mededeelt: hierbij leert de ruiter, behalve houding, het gebruik der hulpen met de teugels en de beenen;
— in samenst. met benamingen van gebouwen, bouwwerken enz. dient hulpom aan te duiden, dat het bedoelde gebouw ter nood dient, b. v. om tijdelijk een ander te vervangen, als : hulpbeurs, hulpbrug, hulphaven, hulpkerk, hulppostkantoor, hulpschool, hulpstation enz.; in samenst. met den naam van personen wordt daardoor aangeduid iemand die den genoemden ambtenaar tot hulp is toegevoegd, b. v. hulpbesteller (bij de posterijen), hulponderwijzer enz.