VRAGEN - (vraagde, vroeg, heeft gevraagd), ondervragen, vernemen naar; eene vraag doen: iem. iets vragen; iem. op zijn geweten af vragen, dat hij geheel naar waarheid zal antwoorden ;
— in den blinde vragen, zonder er bij na te denken of een antwoord mogelijk, noodig is ;
— (spr.) door vragen wordt men wijs, wat men niet weet, daarnaar kan men vragen;
— door vragen komt men te Rome;
— naar den bekenden weg vragen, zich houden alsof men van iets onkundig is;
— (kaartsp.) in harten, ruiten vragen, kaarten van die kleur uitspelen ;
— vernemen : naar iemands gezondheid vragen; naar iem. vragen, inlichtingen omtrent hem inwinnen ;
— vorderen : voldoening vragen; hoeveel vraagt gij voor deze stoffen ? welken prijs ?; die kleur wordt weinig gevraagd, gekocht;
— om raad vragen, raadplegen ; vraag er hem maar eens naar;
— hij vraagt weinig naar zijne ouders, bekreunt zich weinig om hen ; daar vraag ik niet naar, daar geef ik niets om ;
— verzoeken: een meisje (om hare hand) vragen, ten huwelijk vragen; iem ten dans vragen; verlof, permissie vragen; geld ter leen vragen;
— (spr.) hij zou iem. het hemd van het lijf vragen, hij zou iem. alles afvragen, uithooren ;
— uitnoodigen : iem. op een partijtje, op de thee, ten eten vragen; hij laat zich geen tweemaal vragen, hij slaat dadelijk toe.
