HOUTWAGEN, m. (-s), voor het vervoer van hout;
...WAREN, v. mv. voorwerpen van hout vervaardigd, hout voor timmerlieden enz.: hij handelt in houtwaren;
...WEEFSEL, o. (plantk.) de cellen enz. waaruit het hout bestaat;
...WERK. o. al wat van hout vervaardigd is: het houtwerk afschrobben (de beschotten, deuren, planken enz. in een huis); ingelegd houtwerk, met mozaïek;
...WERKER, m. (-s), iem. die gewoon hout tot meubels enz. verwerkt, witwerker; (ook) iem. die het akkermaalshout schilt voor de runbereiding en het overblijvende talhout tot bossen bindt;
...WESP, v. (-en), benaming van zekere insecten, wier larven zich in het hout ontwikkelen: de groote houtwesp (sirex gigas);
...WINKEL, m. (-s), waar houtwaren verkocht worden;
...WOL, v. lange, krullende draden van hout, die gebruikt worden voor verpakking en tot het opvullen van matrassen en meubelzittingen;
...WOLWATTEN, v. mv. uit houtwol bestaande massa: verpakt in houtwolwatten;
...WORM, m. (-en), de larve van den houtkever;
...ZAAGMOLEN, m. (-s), fabriek waarin de balken aan planken gezaagd worden; stoomhoutzaagmolen, waarin stoom (en niet de wind) de beweegkracht is;
...ZAAGSEL; o.;
...ZAGER, m. (-s), iem. die hout zaagt; (ook) eigenaar van of knecht op een houtzaagmolen;
...ZAGERIJ, v. het zagen van balken: hij heeft veel geld verdiend met de houtzagerij;
...ZAGERSSCHRAAG, v. (...schragen), waarop het hout. dat men zagen wil, wordt gelegd ;
...ZOLDER, m. (-s), waarop het brandhout geborgen wordt;
...ZUUR, o. (scheik.) houtazijn;
...ZWAM, v. op hout woekerende zwam.