o. de hoeveelheid zuiver of fijn goud in een allooi, gewoonlijk in duizendste deelen uitgedrukt: werken wier goud of zilvergehalte beneden de 250 duizendsten blijft, worden niet als gouden of zilveren werken aangemerkt; (ook) het goudgehalte van den bodem loont de ontginning niet, er is niet zooveel goud in den grond te vinden, dat het de moeite loont, het er uit te graven;
...GELD, o. gouden munt;
...GEWICHT, o. gewichtseenheid om de zwaarte van het goud te bepalen vroeger was het goudgewicht het halve pond Trooisch of de mark;
— stel van gewichten, waarmede goud gewogen wordt;
— goudbalans;
...GLANS, m. gouden gloed;
...GLIMMER, o. (delfst.) goudkleurig glimmer of mica;
...GLIT, o. zie GLIT;
...GRANAAT, o. (delfst.) goudkleurig granaat;
...GRAVER, m. (-s), gouddelver;
...GROEF,
...GROEVE, v. (-n), plaats waar goud uit de aarde gegraven wordt, goudmijn.