GODSADVOCAAT, m. (...caten), (bij het onderzoekingsproces dat aan eene heiligverklaring voorafgaat) de persoon die, tegenover de beweringen van den Duivelsadvocaat, in het licht heeft te stellen, wat vóór de canonisatie pleit; (bij uitbr,; iem. die tegenover de schaduwzijde eener zaak, het goede daarvan bepleit; ...AKKER, m. (-s). (in hoogeren stijl) begraafplaats, kerkhof;
...BEDRIEGER, m. (-s), (Zuidn.) schijnheilige;
...BEGRIP, o. (-pen), de voorstelling die men zich over of van den godsdienst maakt;
...BELOFTE, v. (-n), toezegging van Godswege, van God de Messias werd door het geloovig Israël op grond van godsbeloften verwacht;
...BESTIER,
...BESTUUR, o. de leiding der aardsche zaken door God;
...BETROUWEN, o. vertrouwen op God;
...BEWUSTZIJN. o. besef aangaande het bestaan van God;
...BLOK, m. (Zuidn.) goedig mensch, goedzak, sul;
...BODE, m. (-n), godsgezant;
...DEEL, o. (Zuidn.) geschenk, fooi die met Kerstmis of Nieuwjaar aan de huizen wordt opgehaald om het godsdeel gaan; het godsdeel geven.