GESPUIS, o. gebroed dat kleine gespuis, kleine kinderen, het kleine grut;
— geboefte, gemeen volk zakkenrollers en ander gespuis;
— gepeupel, janhagel: het gespuis begon de glazen in te smijten;
— (gew.) getier, geraas.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: