Gepubliceerd op 06-09-2018

Gespook

betekenis & definitie

GESPOOK, o. (w. g.) spookverschijning;

— het spoken, geraas, gedruisch, drukte; het gespook van den storm;
dat gespook tot laat in den nacht, nog laat op zijn, door ‘t huis loopen; hij maakt heel wat gespooks over die zaak, veel ophef, onnoodige drukte.

< >