Gepubliceerd op 06-09-2018

Genan

betekenis & definitie

GENAN, m. en v. (-s, -nen), ook GÊNANT, m. (-en), GENANTE, v. (-n), (w. g.) naamgenoot (die denzelfden voor- of doopnaam draagt). GENANTJES, o. mv. (gewest.) makkers, kameraden, deelgenooten (in ongunstigen zin): daar kwam hij aan met al zijne genantjes.

< >