Gepubliceerd op 06-09-2018

Geleide

betekenis & definitie

GELEIDE, o. het vergezellen en leiden van een persoon, hetzij eershalve of uit beleefdheid, hetzij om hem den weg te wijzen of te beschermen iemand geleide doen, aanbieden, verleenen; onder iemands geleide;

— in Gods geleide, in Gods hoede;
— op Gods geleide, in vertrouwen op Zijne hulp;
— onder geleide van God en Zijne Heiligen, onder Hunne bescherming;
— (dicht.) op, in iemands geleide, onder zijne leiding;
— (w. g.) (muz.) begeleiding, accompagnement;
— de personen die iemand begeleiden de vrouwen reisden zonder mannelijke geleide;
— onder sterk, onder gewapend geleide, in gezelschap van gewapende personen ter bescherming of om toe te zien en ontvluchten onmogelijk te maken;
— (ook van oorlogsschepen die koopvaarders vergezellen of beschermen) zij kregen drie fregatten tot geleide;
— geleide verleenen, oorlogsschepen met koopvaarders doen meevaren, ter bescherming;
— (bij uitbr.) een aantal onder geleide varende schepen een geleide van twintig koopvaarders;
— (oudt.) schriftelijk verlof om te mogen komen en gaan onder belofte van bescherming, paspoort;
— (in den samengetrokken vorm GELEI) benaming van sommige deelen van werktuigen, gewoonlijk geleiders genoemd het gelei van een ploegschaaf, het uitstek aan de ééne zijde.

< >