Wat is de betekenis van geleide?

geleide - Zelfstandignaamwoord 1. het vergezellen, geleiden (van een persoon) 2. de personen die iemand geleide doen geleide - Werkwoord 1. aanvoegende wijs van geleiden geleide - Deelwoord 1. verbogen vorm van het voltooid deelwoordgeleid van leiden Woordherkomst afgeleid van geleid (stam van het...

die vergesel en beskerming van, eskort.

s.n.; onder — van, ûnder (bige)lieding fan.

...

o. (1 het vergezellen, het geleiden v. e. persoon eershalve, beleefdheidshalve, om hem te beschermen, de weg te wijzen enz.; 2 personen, die geleiden): 1. iem. geleide doen; iem. zijn (of: het) geleide aanbieden; zich aan iems. geleide toevertrouwen; 2. elke man v. h. geleide was gewapend.

(gə'leidə) o. (-n) I. Eig. het geleiden : iemand aanbieden, geven, verlenen; zich aan iemands overgeven, (toe)vertrouwen; onder iemands -; een wandeling met -, uitgeleide. II. Metn. 1. Algm. gezamenlijke personen die geleiden : een sterk ; onder gewapend -. 2. Inz. geleide met beschermende oorlogsschepen: zij kregen twee onderzeeërs...

o. (g. mv.), 1. het vergezellen en leiden van een persoon, hetzij eershalve of uit beleefheid, hetzij om hem de weg te wijzen, te beschermen of te bewaken: het — van de officier vrijwaarde ons voor aanhouding; iemand — doen, aanbieden, verlenen; onder iemands —; onder militair -; (oneig.) in Gods -, in Gods hoede; 2. de personen...

...

GELEIDE, o. het vergezellen en leiden van een persoon, hetzij eershalve of uit beleefdheid, hetzij om hem den weg te wijzen of te beschermen iemand geleide doen, aanbieden, verleenen; onder iemands geleide; — in Gods geleide, in Gods hoede; — op Gods geleide, in vertrouwen op Zijne hulp; — onder geleide van God en Zijne Heiligen...