GELAARSD, bn. laarzen aanhebbende, laarzen dragende: de Gelaarsche Kat, de bekende kat uit de vertellingen van Moeder de Gans;
— gelaarsd en gespoord, met laarzen en sporen aan, geheel gekleed en reisvaardig;
— (fig.) een hoentje gelaarsd en gespoord, een gebraden hoentje dat kant en klaar is, dat opgedischt wordt met al wat er bij behoort;
— iem. een vat wijn gelaarsd en gespoord vereeren, iem. een vat wijn schenken zonder hem iets voor vracht of belasting te laten betalen.