GEJAAGDHEID, v. de toestand van gejaagd te zijn; de zenuwachtige onrust van iem., die door haast, angst enz. gedreven wordt: hij verklaarde zijne gejaagdheid uit de ontzaglijke drukte zijner zaken; mei kenteekenen van de vreeselijkste gejaagdheid op het gelaat; in zenuwachtige gejaagdheid zijn werk verrichten, heen en weer loepen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk