Gepubliceerd op 02-09-2018

Gegrondheid

betekenis & definitie

GEGRONDHEID, v. de hoedanigheid van gegrond te zijn, van op goede en deugdelijke gronden te steunen, deugdelijkheid, juistheid, geldigheid, waarheid, t. w. van meeningen, beweringen, aanspraken, redenen enz.: opmerkingen, welker gegrondheid en fijnheid hij erkennen moest; een onderzoek in te stellen naar de gegrondheid der gedane klachten.

< >