Gepubliceerd op 02-09-2018

Ganzevoet

betekenis & definitie

GANZEVOET, m. (-en), voet of poot eener gans;

— (plantk.) plantengeslacht met groote, hoekige bladeren (chenopodium); algoede ganzevoet, ook goede Hendrik geheeten; roode ganzevoet, stinkende ganzevoet; veelzadige ganzevoet, ook kruipend modderkwaad genoemd; vijgbladige ganzevoet; witte of gladzadige ganzevoet, ook opgaand modderkwaad, wilde melde, mel of milt, luismelde, stokmel of meien geheeten; zeegroene ganzevoet.

< >