GAFFELVORMIG, bn. bw. den vorm hebbende van eene gaffel: een gaffelvormige tak; een gaffelvormig werktuig;
—, bw. (van wijze) in den vorm of de gedaante van eene tweehandige vork: een van boven gaffelvormig uitgesneden stok; gaffelvormig gedeeld, als de vertakking telkens in tweeën gaat.